Verslag en foto's Van Eyck tentoonstelling

Jan Van Eyck
Did
you say “Vlaamse Primitieven”?
De Hanze op bezoek in het Museum voor
Schone Kunsten te Gent
Wat nu precies de doorslag gegeven heeft om dit evenement het label ‘top’
op te kleven, zal misschien slechts over een paar weken echt tot ons
doordringen. Feit is dat we na ontelbare dagen regenweer, deze zaterdagochtend
een wissel trekken op een mooie lente en we massaal naar Gent afzakken om in
groep de Van Eyck tentoonstelling te ‘beleven’.
Sybil en Carine verwelkomen ons met hun innemende glimlach, ondertussen
symbool voor een professionele begeleiding. We verzamelen in een mooie ruimte
waar een Dame, een geaccrediteerde gids naar we vermoeden, erudiet én eloquent
als geen ander, ons vergast op een exposé waar je letterlijk stil van wordt. Ze
steekt van wal met de drie elementen waarrond haar betoog over Van Eyck wordt
gearticuleerd: medium, observatie en kennis.
Want dit zijn precies de drie individuele dimensies waarin Van Eyck
letterlijk en figuurlijk schitterde. Het is echter de unieke convergentie van
deze dimensies die ultiem leidt tot de unieke avant-gardistische positie die Van
Eyck inneemt als hofschilder aan het Bourgondische Hof. Met ‘medium’ wordt hier
de verf bedoeld. Hij experimenteert met
olieverf als een echte chemicus. Zo
zoekt en vindt hij middelen om deze verf sneller te laten drogen. Bovendien
werkt hij in lagen waardoor hij realistische schakeringen bekomt.
Observatie dan. Ook hier heeft hij iets meer in zijn mars dan zijn ‘concullega’s’.
Zijn oog voor detail, gecombineerd met zijn ongeëvenaarde multifocale
capaciteiten leiden tot uitzonderlijke taferelen. ‘Perspectief’ waar je
letterlijk instapt als het ware. Maar de belangrijkste troef die hij uitspeelt,
is misschien wel zijn ‘kennis’. Met ‘kennis’ bedoelen we zijn inzichten in de
optica: refractie of lichtbreking en inval van licht… Het heeft allemaal geen geheimen
voor Van Eyck.
Dit alles culmineert in schilderijen en tekeningen, die op basis van zijn
observatie en door toedoen van zijn verftechnieken, spelen met lichtinval en belichting.
Het woord geniaal is niet uit de lucht. Stelt zich eigenlijk de vraag wie er in
godsnaam ooit met de term ‘Vlaamse Primitieven’ is komen aandraven. Met deze
wetenschap beginnen we aan de tentoonstelling zelf. Inderdaad, de exposé van de
Dame van daarnet ontrolt zich als een echte film. Tijdens de tentoonstelling wordt
nog een vierde dimensie zichtbaar: Van Eyck’s schitterend gevoel voor symboliek,
dat in alle schilderijen vervat ligt. Het licht wordt gelijk gesteld aan het
goddelijke, het maagdelijke, het onbezoedelde. Het treft hoe hij zijn optische
inzichten combineert met schildertechnieken en vertaalt naar stichtende symboliek.
Bovendien steekt er soms een latent vleugje humor de kop op, of is het de
uiting van een spanningsveld tussen schilders en beeldhouwers over wie nu
eigenlijk het wereldbeeld perfect vertaalt? Niet zelden schildert Van Eyck zijn
beeltenissen al waren het echte standbeelden. Meer nog, misschien is het
schilderij van de ‘albasten’ standbeeldjes wel op te vatten als een knipoog
naar dit spanningsveld.
Het loopt ondertussen tegen 13u00 aan als de laatste leden verzamelen in de
kelder aan het St. Pietersplein, waar onze zusterorganisatie ICF uit Gent
zitting houdt. Een schitterende lunch wordt opgediend. De uitwisseling van
ervaringen kan beginnen. De link tussen West-Vlaams ondernemerschap en Van Eyck?
Het medium, de observatie, de kennis? Geef
toe, parallellen kunnen getrokken worden, maar dit is voor een andere keer.
Nooit, nooit of te nimmer zullen we het standbeeld
van Jan Van Eyck, dat in hartje Brugge schittert aan de Spiegelrei , nog
achteloos voorbijlopen… Nooit.